Tennissen dat doe je zo ...
Verbeter al je slagen! Zie de instructies op tennistips.
Zie verder op de instructievideo's. Linkjes vind je onder aan deze pagina.
Tips
Spelen met de wind
Als je straks weer naar buiten gaat, word je ongetwijfeld geconfronteerd met wind. Als die van opzij komt, kan dat van grote invloed zijn op je wedstrijd en je zult je spel moeten aanpassen. De wind zal bovendien sterk variëren in kracht en richting. Onder deze omstandigheden is het verstandig de bal vlak en zo laag mogelijk over het net te spelen zodat de invloed van de wind minimaal is. Neem minder risico door je groundstrokes en service vooral richting het midden te spelen. Je smash sla je met minder power dan normaal en wees dan alert op een vervolg met de volley. De gouden regels voor spel met wind van opzij:
· Sla je groundstrokes en services zo vaak mogelijk vlak
· Sla met minder power dan gebruikelijk
· Richt je ballen zo vaak als mogelijk op het midden van de baan
· Neem minder risico en ga alleen voor winners als dat ècht kan
· Wees geduldig en laat fouten over aan je tegenstander
Bron: http://www.tennismagazine.nl/
Tweede service
`Een speler is zo goed als zijn tweede service’, zei Pete Sampras, die zelf beschikte over een van de beste tweede opslagen uit de tennisgeschiedenis. Maar wat als je niet kunt vertrouwen op die slag? Slecht voor je zelfvertrouwen, met alle vervelende gevolgen van dien. Dit kun je er aan doen:
· 1) ‘Met spin gaat hij in.’ Bijna alle profs gebruiken een flinke dosis topspin voor hun tweede service. Vooral de kickservice geeft een flinke marge over het net en door de spin daalt de bal op tijd.
· 2) Maak niet de fout de snelheid van je zwaai te verlagen zoals veel spelers geneigd zijn te doen. Met veel zwaaisnelheid kun je meer spin produceren.
· 3) Let er op dat je je goed blijft uitstrekken in je beweging en de bal op het hoogste punt raakt. Kruip niet van spanning in elkaar, want de kans is groot dat je daardoor in het net serveert.
· 4) Als je ook met topspin niet op je service vertrouwt, kun je overwegen (in overleg met een tennisleraar) je grip tijdens de service iets aan te passen. Roteer je speelhand volgens de wijzers van de klok. In vaktermen: een Continental grip helpt voor topspin, wil je nog meer effect in je slag dan kun je de Eastern grip gebruiken.
· 5) Probeer meer eerste services in te slaan door wat aan snelheid terug te nemen.
Bestrijd tweehandige backhand
We worden steeds vaker met een tegenstander met een dubbelhandige backhand geconfronteerd. De kans op succes wordt heel groot als je de volgende adviezen opvolgt:
- Houd je ballen laag met slice. Dubbelhandige spelers raken vaak uit balans wanneer ze voor de slag moeten buigen.
- Serveer vanaf links bij voorkeur naar buiten op die backhand. Je tegenstander zal problemen hebben met het ver reiken naar de bal en kunnen er dan weinig power in leggen.
- Speel regelmatig zowel de service als de groundstroke recht op het lichaam. Nog mooier: speel met spin op dat lichaam. Dan wordt een schijnbaar eenvoudige bal ineens heel lastig.
- Als je tegenstander ook met twee handen volleert: lage ballen en ballen op het lichaam zijn zeer effectief.
- Een dropshot op zijn/haar backhand is een prima wapen want hij/zij zal bijna altijd het antwoord met één hand moeten geven
Bestrijd enkelhandige backhand
De meest lastige bal voor een speler die de backhand met één arm slaat, is een diepe hoge topspinbal. Dat bewijst Rafael Nadal keer op keer wanneer hij tegen Roger Federer speelt op gravel. Je tegenstander zal het beste kunnen antwoorden door jouw bal in de opsprong te nemen, maar dat is een slag die weinig spelers beheersen. Dat maakt deze bal een uitstekend approach shot, zeker als ie voldoende diepte heeft. De beste service tegen de éénhandige backhand (vooral vanaf links) is de kickservice. Stefan Edberg won hier zijn Wimbledon-titels mee door zijn service onmiddellijk op te volgen naar het net. Waarbij aangetekend dat hij zo snel was dat hij er ook inderdaad bovenop stond en dan simpel kon scoren met zijn geweldige volleys.
Netpositie
Je partner serveert in de dubbel en jij staat dus aan het net. Maar wat is nu precies de juiste plaats? Sta je er bovenop, dichter bij de servicelijn of er tussenin? Er is een vuistregel: bij de uitgangspositie moet je in ieder geval zo gaan staan dat je de T (de lijnen van het servicevak) aan de overkant van het net nog kunt zien. Sta je verder van het net dan wordt een volley op de return heel lastig. Uiteraard blijf je niet vastgenageld staan op die plek maar beweeg je mee met de aard van de service en de return. Serveert je partner door het midden, dan schuif je ook meer naar het midden op. Is een lob geregeld het antwoord van de tegenstanders, dan doe je een paar kleine passen terug. Na een paar games ken je de voorkeuren van de tegenpartij. Doe daar je voordeel mee
Slice service
Op Wimbledon zal ie weer vaak gebruikt worden: de slice service. Met name op gras en snelle baansoorten is deze opslag een uiterst effectief wapen: vanaf de rechterkant (bij rechtshandige spelers) zeilt de bal met een boog naar buiten, blijft na de stuit laag en trekt de hele baan open zodat een simpele volley of groundstroke volstaat om het punt te winnen. Rafael Nadal (foto) gebruikt deze opslag als lefty consequent om de backhand van zijn tegenstander aan te vallen.
De slice service is niet zonder risico want de marge over het net is klein, in tegenstelling tot de topspinservice. Hij wordt dan ook zelden als tweede service aangewend. Je slaat hem zo: gebruik bij voorkeur een continental grip en ‘strijk’ de bal tijdens het raken van het midden van de bespanning richting 3 uur. Raak de bal op de buitenste zijde van de bovenste helft. ‘Veeg’ als het ware om de bal heen. Een kleine klik met je pols zorgt voor meer vaart en meer spin. Sla de service met iets minder power dan bij een vlakke- of topspinservice.
Chip & Charge
Ook op Wimbledon zien we het nog maar zelden: chip and charge op de tweede service van de tegenstander. De banen zijn minder snel, de ballen zwaarder, de service beter en de passing shots te goed geworden. Maar voor normale stervelingen kan deze tactiek, waar bijvoorbeeld Roger Federers coach Paul Annacone consequent gebruik van maakte, nog steeds uitstekend werken. Bij de chip and charge gebruik je nauwelijks een achterzwaai: je blokt als het ware de service en probeert hem liefst met slice te retourneren. Bijvoorkeur langs de lijn of richting de zwakkere kant van je tegenstander. Vervolgens neem je zo snel mogelijk de netpositie in. De gevolgen zijn:
- Je tegenstander raakt in paniek en maakt fouten
- Je stuurt een belangrijke boodschap: als je je eerste service mist, kom ik eraan! Hij gaat meer risico met de eerste service nemen. Of juist voorzichtiger serveren.
- Je voorkomt dat je tegenstander het initiatief in de rally kan nemen.
- Je houdt de punten kort en geeft je tegenstander daarmee geen ritme.
Natuurlijk zul je met chip and charge regelmatig gepasseerd worden. Maar in veel gevallen, zeker tegen spelers die geen keiharde groundstrokes hebben, zal het aanzienlijk meer punten opleveren dan wanneer je een gebruikelijke return slaat. Mits je zelf natuurlijk over degelijke volleys beschikt.
Beste approach
Nog maar weinig spelers maken er gebruik van, maar in plaats van een approach naar de hoeken is tijdens een rally een met slice geslagen bal door het midden vaak de beste aanvalsbal. Wanneer je tegenstander met zo’n bal wordt geconfronteerd is hij gedwongen de bal omhoog en met een scherpe hoek te spelen. De kans is groot dat hij mist of dat jij een simpele volley krijgt. De backhand met slice door het midden is dus meestal de beste approach. Nog een voordeel is dat jij met je tegenstander in het midden en op of achter de baseline veel opties hebt voor die volley.
Dubbelhandige backhand
Tips voor de dubbelhandige backhand:
- Zorg voor een flinke schouderdraai. Alleen dan kun je een goed ritme tijdens de slag ontwikkelen. Tijdens de training kun je dit oefenen door de backhand te slaan met een volledig open stand. Dan moet je die schouderdraai extremer maken dan normaal. Draai net zo ver in totdat je rechterschouder onder je kin zit. Met de andere arm moet je meer duwen in plaats van meppen. Vergelijk het met een hand die door het water beweegt.
- Veel tennissers vergeten tijdens de slag hun benen te gebruiken. Ze proberen de power uitsluitend uit de armen te krijgen. Buig je knieën en stap naar voren tijdens de slag.
Met z'n drieen (1)
Trainen met zijn drieën kan heel nuttig zijn. Vooral als je er niet op uit zijn het punt zo snel mogelijk te scoren maar doelgericht bepaalde slagen wil oefenen en tegelijkertijd aan de conditie wil werken. Voorbeeld : alle drie spelers staan vlak voor de baseline. De twee spelers aan de ene kant van het net slaan diepe groundstrokes rechtdoor (langs de lijn), terwijl de solo-speler alles crosscourt retourneert. Het idee is om de bal geconcentreerd diep te slaan en in beweging te blijven. Na een paar minuten kun je omdraaien en de ballen respectievelijk crosscourt (voor de twee) en langs de lijn te slaan. Na vijf minuten wordt er gewisseld en gaat een andere speler in zijn eentje verder. Belangrijk: genoeg ballen in de hand en de broekzak. Als er door een fout niet verder kan worden gespeeld, onmiddellijk een nieuwe bal in het spel brengen.
Met z'n drieen (2)
Bij deze trainingsvorm met drie spelers staan er twee aan het net en de derde op de baseline. De bedoeling is de laatste te laten trainen op het slaan van lastige ballen in de loop tegen een tegenstander aan het net. De netspelers proberen niet te scoren maar volleren zonder veel vaart aan de bal te geven. Maar wel zodanig dat de baseliner moet rennen om bij de bal te kunnen. Deze mag proberen het punt te scoren met passeerslagen en lobs. Zodra dat is gelukt wordt een nieuwe bal in het spel gebracht. Op deze manier wordt de conditie aangepakt en genoemde slagen getraind. De netspelers oefenen zo de plaatsing van de volley. Na vijf minuten wordt er gewisseld.
Met zijn drieen (3)
Bij de derde trainingsoefening met drie spelers staat er één aan het net en de andere twee op de baseline. De eerste traint bij deze situatie het plaatsen van zijn volleys. De twee baseliners proberen niet om hem te passeren maar zorgen ervoor dat de netman de kans krijgt snel achter elkaar gericht te volleren. Na drie minuten slaan de baseliners lobs, waarbij het weer niet de bedoeling is om het punt te scoren maar om de netman telkens naar achteren te laten lopen en te smashen. Na de smash keert hij onmiddellijk terug aan het net, zoals dit ook tijdens een wedstrijd zou moeten. De baseliners kunnen de oefening nog interessanter maken door de grondstrokes op de voeten van de netman te spelen.
Volleren
In het dubbelspel speelt de volley een belangrijke rol. Veel clubspelers maken de fout passief af te wachten totdat de kans om te volleren ontstaat. Het gevolg is dat ze tijdens de volley blijven staan en dikwijls een lastige bal krijgen die op kniehoogte gespeeld moet worden. Dat betekent dat de bal omhoog moet en dan een gemakkelijke prooi voor de tegenstanders wordt. De eenvoudigste volley wordt op schouderhoogte genomen. Dan kun je naar beneden volleren, is het net geen obstakel en het veld groot. Dat bereik je door een split-step te maken als je tegenstander op het punt staat de bal te slaan. Is de bal geslagen, doe je een paar kleine passen voorwaarts en naar links of rechts, anticiperend waar de bal over het net zal gaan. Uiteraard neem je weer de oorspronkelijke positie in als je geen kans krijgt om te volleren. Met deze aanpassing zal jouw team veel meer winnende volleys scoren.
Drills met twee (1)
Maak een afspraak met je tennismaatje om samen jullie niveau op te krikken voor het volgende seizoen. Spreek af het eerste half uur te besteden aan de aanscherping van de slagen. De eerste drill is eenvoudig en gericht op vastheid en diepte van de groundstrokes. Bedenk dat 95 procent van wedstrijden wordt gewonnen door degene die de minste fouten maakt! Sta tegenover elkaar op de baseline en sla elke bal tussen het servicevak en de baseline. Wissel backhand en forehand regelmatig af en probeer een rally van 25 correcte ballen achter elkaar te slaan. Houd de telling bij. Landt een bal buiten de aangegeven ruimte, beginnen jullie opnieuw. Het klinkt eenvoudig maar zal in de praktijk niet meevallen. Een ander pluspunt van de oefening: het behouden van de concentratie voor een langere periode. Wanneer jullie de oefening beheersen, kun je het aantal verdubbelen.
Drills met twee (2)
Richting geven aan je service is net zo belangrijk als de snelheid. En bij de return moet de richting afgewisseld worden. Vandaar deze drill, die beide zaken aanpakt. De serveerder slaat drie verschillende services achter elkaar: naar buiten, naar het midden (op het lichaam) en de derde naast de T-lijn. De ander retourneert achtereenvolgens crosscourt, naar het midden en langs de lijn. Voor beiden geldt: het is niet de bedoeling te scoren. De services moeten diep zijn maar zonder veel snelheid, hetzelfde geldt voor de returns. De serveerder slaat deze serie tien keer achter elkaar vanaf rechts naar het deucevak en tien keer naar het andere servicevak. Vervolgens worden service en return gewisseld. Bij deze oefening gaat het dus om richting en niet om power. Het is wel aan te raden een flinke voorraad ballen bij de hand te hebben. Als je nog puf over hebt, kun je dezelfde oefening doen maar dan met de bedoeling te scoren. Dus de serveerder loopt na zijn service op en de retourneerder probeert hem te passeren.
Zwakke slagen
Een voor de hand liggende tactiek is het afstraffen van zwakheden in het spel van je tegenstander. Soms is het lastig dat zwakke punt te herkennen. Als die tijdens de warming-up niet duidelijk aan het licht komt, moet je alle mogelijkheden zo snel mogelijk aanwenden: dus topspin, slice, hoge en lage ballen, dropshots en alle bewegingen. Vooral die laatste kunnen heel belangrijk zijn. Veel spelers komen in de problemen met het bewegen van achteren naar voren of van links naar rechts. De kans is groot dat jij zelf ook een mindere slag hebt. Die moet je zien te verbergen voor je tegenstander. Tijdens het inspelen concentreer je je om met die zwakke slag zo min mogelijk fouten (in het net of buiten de lijnen) te slaan. Tijdens de wedstrijd speel je consequent de bal met het minste risico. Is bijvoorbeeld je backhand minder sterk, sla deze dan bijna altijd crosscourt en gebruik slice om te voorkomen dat je tegenstander direct kan aanvallen.
Train alle soorten volleys
Wanneer we onze volleys trainen, doen we dat meestal in stilstand aan het net. Bovendien wordt er weinig aandacht besteed aan wat we met die volley doen. Als je werkelijk werk wilt maken van je aanvallende spel, zul je alle soorten volleys moeten beheersen. Probeer tijdens het oefenen zo veel mogelijk de realiteit te benaderen. Dus niet vanuit stilstand maar actief in beweging: lopend van achteren naar voren en ook afwisselend links en rechts. Vraag je trainingspartner allerlei soorten ballen aan te geven: zachte, harde, laag halfhoog, hoog. Vraag hem ook verschillende richtingen te gebruiken: op het lichaam en links en rechts van je lichaam. De volleerde moet ook afwisselen in diepte en snelheid: dus ook volleys met een scherpe hoek, stopvolleys, meerdere volleys achter elkaar, zoals ook in een wedstrijd voor komt. Pas wanneer je vertrouwd bent met alle soorten volleys mag je jezelf een complete aanvallende tennisser noemen.
Instructievideo’s
Forehand Topspin: De slagbeweging http://www.youtube.com/watch?v=fwikOlXWtPs&feature=mfu_in_order&list=UL
Backhand: De doorzwaai (HD)
http://www.youtube.com/watch?v=daZYIGUE7Xc&feature=bf_next&list=ULpLfOpIOnhPw&lf=mfu_in_order
Service: De opgooi
http://www.youtube.com/watch?v=6y5Qsv3LIAE&feature=bf_next&list=ULdaZYIGUE7Xc&lf=mfu_in_order
Volley: Instappen (HD)
http://www.youtube.com/watch?v=uQ3F_WhtYUI&feature=bf_next&list=UL6y5Qsv3LIAE&lf=mfu_in_order
Enkelhandige Backhand Topspin
http://www.youtube.com/watch?v=kNPYwEerAk0&feature=bf_next&list=ULuQ3F_WhtYUI&lf=mfu_in_order